Ik heb de laatste tijd een aantal vragen in mijn hoofd, vooral met betrekking tot het woord overprikkeling. Wat is het eigenlijk en waarom het ik het op logische momenten niet en op de meest voorspelbare manieren wel. Dus ik wil een klein onderzoekje doen, te beginnen met mezelf en misschien raak ik hierdoor wel geïnspireerd om dit verder te onderzoeken maar dan hoe anderen dit ervaren.
De start is zoeken op een internet. Ten eerste is zijn er verschillende soorten overprikkeling en ieder heeft het net weer anders uitgelegd. Hieronder een aantal definities die ik heb kunnen vinden:
- Bij overprikkeling worden prikkels niet goed verwerkt. Je kunt dan veel meer prikkels ervaren dan normaal of het kost meer moeite om prikkels te verwerken. (hersenstichting)
- Iedereen heeft wel eens moeite om alle alledaagse prikkels te filteren. Als je moe bent bijvoorbeeld kan je net wat minder hebben. Maar heb jij echt last van (chronische) overprikkeling? Dan krijg je (langdurig) meer prikkels te verwerken dan jouw brein aankan. Overprikkeling komt relatief vaak voor bij mensen met hersenletsel, een burn-out, autisme of adhd. (Psyned)
- Overprikkeling kan zorgen voor problemen, omdat je minder goed kunt functioneren als je hoofd druk bezig is met prikkelverwerking. Er kan sprake zijn van zintuiglijke overprikkeling of van emotionele overprikkeling zoals het ervaren van stress op sociaal-emotioneel gebied, prestatiedruk, of andere vormen van piekeren die escaleren. (balansdigitaal)
Ik heb vooral last van overprikkeling is nieuwe situaties, wanneer je niet precies weet wat er kan gebeuren. Bijvoorbeeld dat ik vorige week ben begonnen op een nieuwe werkplek. Nieuwe indrukken, nieuwe namen, nieuwe routines en een nieuw rooster. Je zou zeggen, dat is heel veel in één keer. Ik dacht dat het vorige week vrijdag wel meeviel maar zaterdag kwam de klap binnen. En zeker met een druk weekend erbij was het even te veel. Wanneer ik overprikkeld raak komt het fysiek vaak pas later maar emotioneel kan het wel vrij snel komen. Ik raak geërgerd, laat dingen uit mijn handen vallen en dan komt de boosheid en de tranen. Soms lijkt het alsof ik het dan uit moet gillen terwijl het misschien handiger is om hulp te vragen. Daar ben ik dan te koppig in. Ik heb voor mezelf één regel. Als alles uit mijn handen valt moet ik gewoon gaan zitten en even niks doen. Want als ik dan verder ga proberen dan gaat het sowieso nog een keer fout. Maar het gekke is dat ik afgelopen jaar ik wel een paar dagen naar Den Haag en Scheveningen ben geweest. Daar is alles onbekend en tuurlijk ben je na de tijd wat vermoeid maar dat heeft iedereen denk ik. Ik was daar zo ontspannen, deed dingen op mijn eigen tempo en deed ook dingen die ik van mezelf nooit had verwacht. Het voordeel is wel, je moet wel goed alleen kunnen zijn en daar ben ik soms iets te goed in.
Fysiek overprikkeld zijn heb ik vaker dan emotioneel overprikkeld. Als ik fysiek overprikkeld ben dan is het bij mij puur vermoeidheid. Ik zeg altijd dat er verschillende fases zijn in mijn vermoeidheid. Als ik nog in de fase ‘moe maar nog sociaal’ dan kan ik dus nog een soort van sociaal doen. Misschien ben ik iets stiller dan normaal maar mijn ‘sociale’ batterij werkt nog. De fase die erna komt vind ik heel vervelend voor mezelf maar ook voor anderen. Ik kan dan elk moment slapen, kan ik urenlang naar een filmpje kijken zonder enige informatie op te slaan. Je hebt dan helemaal niks aan me en ik zit mezelf dan ook enorm in de weg. Het enige wat ik kan doen is slapen. Gelukkig heb ik niet vaak deze fase en weet ik steeds meer mijn grenzen erin. Daarom ook deze week de afspraak gemaakt om gewoon een vrij weekend te hebben, lekker uit te slapen en mezelf weer op te laden. Iedereen ervaart overprikkeling weer anders, natuurlijk niet zo heel gek als het autismespectrum alleen al zo breed is. Ik ben blij dat ik sinds de ‘diagnose’ ik steeds beter weet wat wel een niet kan en ook dingen doe waarvan ik weet dat dat mij energie gaat kosten maar het zoveel goede dingen kan gaan brengen. Ik denk dat ik de gebruiksaanwijzing van hoe niet overprikkeld raken nooit echt compleet kan maken omdat je altijd over jezelf blijft leren. Wat ik een jaar geleden als te veel prikkels zag, doe ik nu gewoon. Ik wil zoveel mogelijk kunnen doen wat mensen van leeftijd ook doen maar soms weet ik dat je vooral naar jezelf moet blijven luisteren.
Uit dit kleine onderzoekje lijkt één ding naar voren te komen waardoor ik minder overprikkeld raak. Wanneer ik zelf de controle heb, bijvoorbeeld alleen een paar dagen weg ben, raak ik niet echt overprikkeld. Maar wanneer er controle wegvalt of iemand anders deze overneemt, dan kost dat mij meer energie. Mijn leerpunt is dan om het te accepteren zonder het me te veel energie te laten kosten. En dan zeker ook niet het uiterste ervan te gaan opzoeken door me nergens meer zorgen over te gaan maken want daar word ik ook niet per se gelukkiger van.
Na het schrijven van deze blog lijkt me het wel leuk om dit verder te onderzoeken. Misschien door echt wetenschappelijk te kijken of deze vragen aan een ander te kunnen stellen. Dus als je zelf ook last hebt van overprikkeling en je jouw verhaal met mijn wil delen (mag ook zeker anoniem), neem dan contact met mij op!


Plaats een reactie